Robert Long - De laatste hooiberg

 

Daar ligt het dorpje dat ik zo goed ken
Waar ik m'n jeugd sleet, op school ben gegaan
Misschien wel bepalend voor wat ik nu ben
En waar ik nog knikkerde, tolde en schaatste
Rondom die hooiberg daar, misschien wel de laatste
Waar ik voor 't eerst van mijn leven echt vrijde
En spelletjes deed met de jongens en meiden
Die wel niet mochten, maar erg spannend waren
En die nog altijd bestaan

Ik zie weer de zondagen, saai en gedempt
Wat scheen te leven, was 't vee en de zon
Zondagen waren voor inkeer bestemd
Binnen vervelen, je zondagse broek aan
Minimaal een keer per dag naar de kerk gaan
De galmende dreiging van duivel en zonde
En dat we met een been al in het graf stonden
Drie cent collecte en twee pepermuntjes
Wekelijks zonder pardon

Ik zie nog m'n hondje, alleen maar van mij
Hoe ie vaak meeliep een eindje op weg
Wat toen nog kon, want het dorp was haast vrij
Van brommers en auto's en ik hoor nog m'n noodkreet
Toen men hem vlak voor m'n ogen morsdood reed
Ik was niet te troosten, er viel niet te praten
Ik was van God en de mensen verlaten
Kon niet begrijpen dat iemand me toeriep
"Kom, er zijn meer honden zeg"

Daar ligt het dorpje dat ik haast niet herken
Vriendjes van vroeger, waar zouden ze zijn
Toen ik erdoor reed en uitgestapt ben
Zag ik de bunkers die 't zonlicht weerkaatsten
En ook nog die hooiberg daar, waarschijnlijk de laatste